AllesArbeidsrecht

De “ijzeren proeftijd”

By 30 oktober 2017 februari 21st, 2020 No Comments

Advocaat

In juridisch jargon wordt de proeftijd ook wel de “ijzeren proeftijd” genoemd. Dit heeft er alles mee te maken dat – een enkele uitzondering daargelaten – de proeftijd nimmer langer kan zijn dan de wettelijke voorgeschreven termijn. Opschorting van de proefperiode van twee maanden in de situatie dat de werknemer anderhalve maand ziek is geweest, waardoor de effectieve proeftijd maar elf dagen heeft geduurd? Niet mogelijk. Opschorting van de proefperiode wegens sluiting van een onderneming in het kader van een verbouwing of vakantieperiode? Ook niet mogelijk. De Hoge Raad houdt strikt vast aan de in de wet bepaalde termijnen. Hierbij geldt het uitgangspunt dat de proefperiode begint te lopen vanaf het moment van feitelijke aanvang van de dienstbetrekking.

De ijzeren proeftijd

Desondanks oordeelde het gerechtshof Amsterdam onlangs dat de proefperiode niet aanving bij de start van de werkzaamheden, maar pas op de in de arbeidsovereenkomst (latere) overeengekomen datum. Hierdoor was er in feite sprake van een proefperiode van (plusminus) zes weken in plaats van één maand. Wat was hier aan de hand?

Feiten

Werkgever en werknemer hebben op 13 mei 2015 een arbeidsovereenkomst afgesloten, welke zou aanvangen op 1 juni 2013. Op verzoek van werkgever is werknemer per 16 mei 2013 gestart met zijn werkzaamheden. Voor de verrichte arbeidsuren gelegen vóór 1 juni 2013 zou werknemer worden gecompenseerd met vrije tijd (“tijd-voor-tijd-regeling”).

Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst vervolgens op 30 juni 2013 – volgens haar binnen de proefperiode – opgezegd. Werknemer is het hier niet mee eens en stelt zich op het standpunt dat de proefperiode een aanvang heeft genomen vanaf het moment dat hij werkzaamheden is gaan verrichten en derhalve de proefperiode (ruimschoots) is verstreken op 30 juni 2013.

Beoordeling

Het hof is van oordeel dat de omstandigheden van dit geval haaks staan op het uitgangspunt dat partijen hebben gewild de arbeidsovereenkomst eerder dan op 1 juni 2013 tot stand te laten komen. Derhalve stemde – aldus het hof – de wil en verklaring van beide partijen niet met elkaar overeen. Het hof kwam tot deze beoordeling wegens de omstandigheid dat de werknemer in de periode 16 tot en met 31 mei 2013 een WW-uitkering heeft ontvangen. Deze aanspraak kon werknemer alleen maken indien hij geen aanspraak had op loon. Volgens het hof was dit niet het geval, aangezien partijen slechts afspraken hadden gemaakt over de compensatie middels vrije tijd. Dit is volgens het hof niet voldoende om te kunnen oordelen dat er sprake is van loon. Immers, in een dergelijk geval diende de werknemer ten minste het minimumloon te ontvangen of zelfs het in de arbeidsovereenkomst bedongen loon.

Kort en goed: het hof oordeelde dat de arbeidsovereenkomst pas was aangevangen op 1 juni 2016, zodat de werkgever conform de regels van opzegging tijdens de proefperiode de arbeidsovereenkomst op 30 juni 2016 mocht beëindigen.

Betekenis voor de praktijk

Ondanks dat de werknemer feitelijk op een eerder tijdstip met zijn werkzaamheden is begonnen dan in de arbeidsovereenkomst is bepaald, is de proefperiode niet eerder aangevangen. Dit heeft er ogenschijnlijk alles mee te maken dat de termijn van de proeftijd pas begint te lopen vanaf het moment dat de dienstbetrekking feitelijk aanvangt.

De dienstbetrekking dient dus feitelijk aan te vangen en niet de werkzaamheden. Het verschil zit erin dat voor het aanvangen van een dienstbetrekking aan de voorwaarden van een arbeidsovereenkomst dient te zijn voldaan, te weten arbeid, loon en een gezagsverhouding. Het verrichten van werkzaamheden betreft slechts één van deze voorwaarden: arbeid. Aangezien in onderhavige kwestie geen sprake was van loon, kon de dienstbetrekking dan ook (nog) niet zijn aangevangen. Dit was hoogstwaarschijnlijk anders geweest als de werknemer aanspraak maakte op ten minste het minimumloon. Het blijft dus opletten geblazen!

Het arrest is via het volgende ECLI-nummer te raadplegen: ECLI:NL:GHAMS:2017:528 .

Juridisch advies arbeidsrecht

Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.


Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen

Info@legal8.nl

www.legal8.nl

30-10-2017