AllesBewindvoering

Ontslag bewindvoerder wegens gewichtige redenen? Een korte bespreking van het arrest ECLI:NL:GHARL:2016:3943.

By 29 augustus 2017 februari 21st, 2020 No Comments

Legal8
Op grond van artikel 1:448 (lid 2) BW kan de kantonrechter een bewindvoerder ontslaan. Dit kan op eigen verzoek van de bewindvoerder, maar ook wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden. In deze blog zullen wij stilstaan bij ontslag op grond van gewichtige redenen en bespreken wij een (recent) arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. 

Ontslag bewindvoerder wegens gewichtige redenen?

Bij gewichtige redenen dient men te denken aan redenen van ‘slechte bewindvoering’. Maar wat verstaat men hier precies onder? Uit de rechtspraak volgen bijvoorbeeld de volgende gewichtige redenen voor ontslag:

  • In rekening gebrachte softwarekosten zonder toestemming van de rechthebbende;
  • Gebruik van derdengeldenrekening van de bewindvoerder zelf;
  • Weigering om zekerheid te stellen;
  • Nalatigheid bij het indienen van de rekening en verantwoording;
  • Het niet informeren van de rechthebbende.

Dit is echter geen limitatieve opsomming: ook andere redenen kunnen ‘gewichtig’ zijn. Als hierbij het vermogen van de rechthebbende negatief wordt geraakt, dan zal er eerder sprake zijn van ‘slechte’ bewindvoering.

Arrest hof Arnhem-Leeuwarden

In deze kwestie bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden speelde het volgende. In het kort komt het erop neer dat de rechthebbende geen vertrouwen meer heeft in haar huidige bewindvoerder. Zij stelt dat zij door toedoen van de bewindvoerder een aantal dagen gegijzeld (in de cel) heeft gezeten wegens een onbetaalde boete. Hiernaast stelt de rechthebbende dat de bewindvoerder haar niet schriftelijk op de hoogte houdt van de actuele stand van zaken. De rechthebbende is van mening dat haar persoonlijke omstandigheden zodanig zijn, dat er gronden zijn om een andere bewindvoerder aan te stellen. Het grootste ‘pijnpunt’ in deze zaak is dus dat de rechthebbende het de bewindvoerder kwalijk neemt dat hij niet ‘voldoende’ heeft gedaan om de gijzeling te voorkomen.

De bewindvoerder stelt echter dat hij weliswaar bericht heeft gekregen dat de rechthebbende gegijzeld zou kunnen worden, maar dat hij – mogelijk doordat de rechthebbende hem niet adequaat heeft geïnformeerd en/of het bewind zich nog in de inventarisatiefase bevond en/of als gevolg van zijn vakantie in die periode – geen, althans niet tijdig kennis heeft genomen van het feit dat zij ook daadwerkelijk gegijzeld ging worden. Los daarvan beschikte de rechthebbende op dat moment ook gewoonweg niet over het geld om die boete te kunnen betalen, aldus de bewindvoerder. Wat betreft de onderlinge communicatie en informatievoorziening heeft de bewindvoerder ter zitting aangegeven dat op regelmatige basis telefonisch contact met de rechthebbende plaatsvindt. Volgens hem loopt dit reeds gedurende langere tijd naar beider tevredenheid.

Hoe oordeelt het hof?

Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat de rechthebbende – mede gelet op het verweer van de bewindvoerder in hoger beroep – onvoldoende concreet heeft onderbouwd in welke taken de bewindvoerder volgens haar zou zijn tekortgeschoten. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is niet gebleken dat de bewindvoerder de bij het bewindvoerderschap behorende taken niet naar behoren heeft uitgevoerd. De gijzeling van de rechthebbende in de zomer van 2014 is hoogstens te wijten geweest aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar zeker niet aan de schuld van de bewindvoerder.

Voor het overige is de financiële huishouding van de rechthebbende onder invloed van het werk van de bewindvoerder inmiddels goed op orde. Een zekere mate van frictie tussen de wensen van de rechthebbende enerzijds en de taken van de bewindvoerder als financiële belangenbehartiger anderzijds is inherent aan hun onderlinge verhouding. Enkel dat is onvoldoende reden om tot ontslag van de bewindvoerder over te gaan.

Kort en goed: de bewindvoerder heeft zijn taak goed uitgevoerd en er is voor het hof geen reden om de bewindvoerder te ontslaan. Onzes inziens is de onderlinge communicatie tussen de rechthebbende en de bewindvoerder het belangrijkste punt dat uit dit arrest volgt. Aangezien de bewindvoerder in deze kwestie de rechthebbende steeds adequaat heeft geïnformeerd, is er ook geen reden om tot ontslag over te gaan. Dat de rechthebbende een aantal dagen in de cel heeft gezeten, lijkt meer een ongelukkige samenloop van omstandigheden te zijn. Het hof geeft ook nog aan dat de bewindvoerder de financiële huishouding van de rechthebbende goed op orde heeft gebracht. Ook dit pleit in het voordeel van de bewindvoerder.

De geïnteresseerden kunnen dit arrest via de volgende link lezen: Recht


Juridisch advies / vragen

Heeft u nog vragen over het bovenstaande? Neem dan eens contact met een van onze juristen op. Wij zijn u graag van dienst.

 

Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen

Info@legal8.nl

www.legal8.nl

29-08-2017