AllesArbeidsrecht

Wanneer vangt de bedenktermijn aan?

By 29 juli 2016 februari 21st, 2020 No Comments

Ontslag

Als een werkgever en een werknemer het besluit nemen om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, dan wordt er doorgaans een beëindigingsovereenkomst (ook wel een vaststellingsovereenkomst genoemd) getekend. De wet heeft voorzien in de bescherming van de werknemer door een bedenktermijn op te nemen. Hierbij krijgt de werknemer nog twee weken, na het sluiten van de beëindigingsovereenkomst, de kans om de beëindigingsovereenkomst te ontbinden (zich te herroepen op de instemming). Ondanks dat deze regel duidelijk lijkt, bestaat de vraag wanneer deze bedenktermijn precies aanvangt. Dit jaar zijn er twee uitspraken gedaan, waarbij de aanvangstermijn bij beide uitspraken op een ander moment wordt vastgesteld. Hieronder zullen wij deze zaken bespreken en toelichten.

Wanneer vangt de bedenktermijn aan?

Rechtbank Rotterdam (kanton):

Op 10 februari 2016 heeft de kantonrechter te Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak, waarbij de ingangsdatum van de bedenktermijn werd betwist. Hierbij heeft de rechter  gekeken of er aan de schriftelijkheidsvereiste is voldaan, om te kunnen beoordelen of de vaststellingsovereenkomst tot stand is gekomen en daarmee de bedenktermijn is gaan lopen.

De rechter concludeert uit de wetsgeschiedenis dat aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan, indien de werknemer de overeenkomst ondertekent. De rechter geeft aan dat het van belang is dat zowel de werkgever, als de werknemer een duidelijk en concreet moment kunnen aantonen waarop de overeenkomst tot stand is gekomen. In dit geval oordeelt de rechter dat de overeenkomst tot stand is gekomen op 28 september 2015, omdat de vaststellingsovereenkomst op deze datum is ondertekend. Dit betekent dat de dag waarop de vaststellingsovereenkomst wordt getekend, tevens de dag is waarop de bedenktermijn begint te lopen.

Rechtbank Leiden (kanton):   

Op 1 juni jl. heeft de kantonrechter te Leiden uitspraak gedaan in een zaak waarbij tevens de ingangsdatum van de bedenktermijn werd betwist. De kantonrechter kwam echter met een andere conclusie.

De werknemer in kwestie beroept zich in deze zaak op de beslissing van de bovenstaande uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam. De kantonrechter concludeerde in deze zaak dat er aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan, indien beide partijen de overeenkomst ondertekenen. In casu is de vaststellingsovereenkomst tussen beide partijen echter niet ondertekend, maar de werknemer heeft wel per e-mail op 29 januari 2016 ingestemd met de voorwaarden die zijn overeengekomen in de vaststellingsovereenkomst. Het feit dat in de e-mail een duidelijk akkoord van de werknemer is terug te vinden, zorgt ervoor dat er ook per e-mail kan worden voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste. Dit betekent concreet dat op 29 januari 2016 de bedenktermijn begint te lopen. Gezien het feit dat de werknemer de instemming pas op 16 februari heeft herroepen, zorgt ervoor dat het niet meer mogelijk is om de overeenkomst te ontbinden. De bedenktermijn van 14 dagen is op 16 februari al overschreden.

Juridisch advies

Twee verschillende uitspraken met verschillende conclusies. Totdat een hogere rechter hierover heeft geoordeeld, blijft het onduidelijk wanneer de bedenktermijn gaat lopen.

Voor werkgevers is het van belang om te weten dat een akkoord niet enkel door een ondertekening van de vaststellingsovereenkomst kan geschieden, maar dat ook een e-mail voldoende aanleiding kan geven voor een akkoord en voor het aanvangen van de bedenktermijn.

Legal8 Advocaten & Bedrijfsjuristen

088 – 88 3 8888

info@legal8.nl

29-07-2016

www.legal8.nl